Wij zijn Bordeaux: Vincent Quirac, de globetrotter die wijnbouwer werd
Portretten
oktober 23, 2018

Wij zijn Bordeaux: Vincent Quirac, de globetrotter die wijnbouwer werd

Aan de oevers van de Garonne komt Vincent Quirac even uitblazen. We ontmoetten hem een week na de wijnoogst, toen de herfst zijn intrede deed en de wijngaarden bont kleurden. “Ik hou van de zachtheid van de herfst, een deugddoende afwisseling na de vermoeiende zomerse hitte.”

Van jongs af aan kijkt Vincent uit naar de komst van het kleurige najaar. Hij woonde toen in Neder-Navarra, in Saint-Palais. “Elke dag zag ik in de verte de Pyreneeën tegen de horizon afsteken. Dat heeft zijn indrukken nagelaten en verklaart ongetwijfeld hoe ik mijn leven heb geleid.”

Voor hij wijnbouwer werd, heeft de jonge Vincent immers 20 jaar lang talloze berg- en woestijnstreken doorkruist. Hij is overal geweest, vaak ver van de bewoonde wereld.

“Op mijn twintigste heb ik een oude Peugeot gekocht waarmee ik naar de Algerijnse Sahara ben gereden. Daar heb ik de auto verkocht om zo die eerste reis te kunnen financieren. Voor mij was dat een echte ontdekking!” De eeuwige reiziger kan niet lang stilzitten. Hij vertrekt op avontuur en werkt als gids. Eerst is er de Sahara die hij als zijn broekzak leert kennen, daarna volgen de ex-Sovjetrepublieken in Centraal-Azië (Kazachstan, Turkmenistan, Oezbekistan, …). “De krankzinnigste landen” die hij ooit bezocht heeft, zijn het sultanaat Oman en Jemen.

Tussendoor keert Vincent Quirac terug naar Bordeaux, naar zijn familie en vrienden. “Ik zag er mijn vrienden, mijn familie en mijn huis terug, maar dat was niet langer mijn leven. Ik was eigenlijk een nomade geworden. Ik bracht meer tijd door met Jemenitische chauffeurs dan met mijn vrienden uit Bordeaux.”

Dit ging zo door tot op 11 september 2001, de dag waarop de wereld werd dooreengeschud.

Vincent is dan bijna veertig.

Hij heeft intussen zijn kompas in een lade opgeborgen, in ruil voor een vaste job. “Tijdens de week werkte ik bij een reisbureau in Parijs en in het weekend ging ik naar Bordeaux, voor mijn twee zoontjes.” Het contrast tussen het bureauwerk en de avontuurlijke horizonten blijkt echter te groot. “Toen de toeristische sector na de aanslagen in New York instortte, zag ik mijn kans schoon en nam ik ontslag.”

Onbezorgd, maar met een onzekere toekomst, keert hij terug naar Bordeaux. “Ik heb overwogen om me in de oesterteelt te begeven, omdat een nicht van mij haar oesterkwekerij verkocht, maar besloot dan om een opleiding tot boomkweker te volgen.” Dat bleek geen succes. Toen dacht hij terug aan Patrice Lescarret, een vriend uit zijn kindertijd die het domein Causse Maines in Gaillac beheerde en “een van de beste wijnbouwers van het moment” was. “Ik zocht hem op, we praatten over de mogelijkheden en ik zag het helemaal zitten. Hij beloofde dat hij me zou helpen bij mijn opstart. En zo ben ik in de wijnbusiness beland!”

Hierop volgden een professionele bachelor in de wijnkunde-oenologie, afgewisseld met een stage van één jaar op het domein van zijn vriend Patrice en tot slot vijf jaar als arbeider in de wijnbouw. “Ik heb er veel uit geleerd, maar ik werk niet graag voor een baas … Dus ging ik op mijn eentje aan de slag, alleen en zonder grond. Ik ging terug naar Patrice en hij zei dat hij me zou volgen.”

Zo is Vincent vertrokken, quasi van nul.

Met amper 5000 euro op zak kan hij een hectare Sauternes pachten, in de buurt van Preignac, een hectare voor rode wijn in de appellation Graves en huurt hij een wijnpakhuis in Pujols-sur-Ciron. “Ik ben altijd al verzot geweest op zoete wijn, dus was dat perceel Sauternes een echte meevaller. Voor rode wijn koos ik wijnstokken in de buurt: in Graves.” Op al die tijd heeft hij zijn grond en druiven goed leren kennen. Nu produceert hij een mooie natuurlijke wijn, waarbij hij de wijnstokken deels en de rijping volledig ongemoeid laat. “Alles wat je nodig hebt, zijn de perfecte druiven … en die krijg je door de velden met je handen te bewerken. Het is hard labeur. En je moet geduldig zijn!” zo vertelt hij lachend.

Met zijn eerste wijnoogst, de Clos 19 bis, overtuigt hij de buurman, die op zijn beurt mond-tot-mondreclame maakt en er mee voor zorgt dat Vincent definitief gelanceerd raakt. “De productie is belachelijk klein: amper 5000 flessen per jaar, da’s twee keer niets. Maar ik wil niet groeien, het moet gewoon leuk blijven.”

Het lijkt er dus op dat de voormalige vagebond zich helemaal geworteld heeft tussen de wijnstokken van de Gironde. En ook al heeft hij het niet al te breed, toch kan hij zich geen ander leven meer voorstellen. “Ik heb alles wat ik nodig heb: vrijheid, natuur en tijd.”

Eind september, wanneer het tijd is voor de pluk, trommelt hij wat vrienden op om hem een handje te helpen. Weliswaar met zachte hand, heel voorzichtig en nauwkeurig. “We plukken heel voorzichtig, we bekijken elke druif, we maken de trossen schoon.”

Dan vertraagt het ritme en komt de winter, het moment om samen de wijn van het voorbije jaar te proeven, voordat de volgende eraan komt.

DISCOVER MORE

Recept: Steak tartaar

5 food & wine pairings voor Valentijnsdag

Portret: Paul en Emilie Mercadier