Een glaasje gerookte wijn, alstublieft

Foto credit: Smooth Red

Wijnen smaken gerookt of getoast door ze op eiken vaten te bewaren. Hoe je deze wijnen herkent? Als je eik, noten of – minder voor de hand liggend – nootmuskaat, karamel of vanille ruikt, gaat het waarschijnlijk om ‘gerookte wijnen’. Leuk om weten: Amerikaanse eik zorgt voor een zoete extra, Franse eik eerder voor een kruidige touch.

Diep en intens

Door een ingrediënt te roken, droogt het uit waardoor de kleur dieper en de smaak intenser worden. Idem bij wijn op eiken vaten. De rook- of bewaartijd en de houtsoort zijn doorslaggevend. Zo kan je roken op basis van acacia, beuk, kastanje of andere houtsoorten. Wijn wordt in eiken vaten bewaard omdat het waterdicht is, weinig poreus en bijgevolg een elegante smaak afgeeft.

Roken = bewaren

We roken niet alleen voor de smaak, maar ook – en vooral – om ingrediënten te bewaren. In het geval van wijn zijn dat druiven, in andere gevallen zijn dat voornamelijk vlees en vis. Denk bijvoorbeeld aan gerookte hesp of zalm. (Heerlijk met een glaasje sauvignon blanc, trouwens.) Nieuwkomers zijn gerookte groenten en gerookte cocktails.

Wat eet je erbij?

Gerookte rode Bordeauxs op basis van cabernet sauvignon en / of merlot pairen prima met frisse lentegerechten zoals leftover tortillas of de megaravioli met gorgonzola van de ravissante Rachel Khoo. Gerookte wijnen met gerookte gerechten zijn een no-go, omdat je met ’n droge mond achterblijft. Zoek je meer inspiratie? Kijk zeker eens in ons receptenboek.